Proza-Poëzie

Schoenbekooievaar.

Als zoon van een schoenmaker weet ik wat leder is en wat er allemaal kan uit vervaardigd worden.

Deze vogel vestigt zich in Azië en heeft inderdaad een grote bek in de vorm van een schoen. De poten zijn heel stevig uitgebouwd waardoor hij verticaal kan opstijgen en dus geen aanloop hoeft te nemen zoals eenden en ganzen. Bij het nader bekijken van deze vogel valt vooral de reusachtige bek op waardoor m’n fantasie wordt geprikkeld en ik hierdoor terug ga tot in m’n jeugd.

Telkens wanneer vader een paar nieuwe schoenen had uitgewerkt, zette hij deze op het schoorsteenblad boven de Leuvense stoof. Met de houten leest er nog in konden zij langzaam en zo hun vorm behouden. Ook viel er een beetje fierheid te tonen om vanuit verschillende lappen leder en met verschillende diktes en stugheid een pracht exemplaar te toveren. De tip of schoenpunt werd uit een dik voorgeweekt stuk leder tot de juiste vorm gedreven door langdurig op de ijzeren pikkel te kloppen of te hameren. Ook heeft hij veschillende voetbalschoenen voor het elftal van Veerle-Laakdal gemaakt. Hierbij werden de “voetbaltopkes” of stuts eveneens uit leder gevormd. Met een holle doorslag vormde hij deze rondjes uit restjes dik leder. Deze rondjes werden per twee met nageltjes op de zool aangebracht tot op de juiste lengte. Daarom moest telkens een invaller tijdens de voetbalmatch werd ingeschakeld, de zolen tonend aan de lijnrechter of er geen uitstekende nageltjes zichtbaar waren om kwetsuren te voorkomen. Ook de tippen waren uit gedreven nat leder gevormd en werden alzo beenhard wat nu ook niet meer is toegelaten. Diezelfde rondjes in leder plus de voorgevormde cups brachten soelaas voor vrouwen met borstamputaties. Soms bracht moeder een vroegere uitgevoerde bustenhouder terug naar het werkhuisje van vader, vanuit de schoenwinkel, om een ingreep te doen aan de surogaattepels, daar deze te zeer vooruitstrevend waren.

Tussendoor maakte hij kleine schoentjes en zelfs bottinekes. Daar was evenzeer veel werk aan en alles in kleinvoud, wat echt een gepruts was. Maar dan werden het echte juweeltjes en dan meestal in rood leder. Hij was een krack.

Deze bottinekes heeft de schoenbekooievaar aangetrokken, daar hij geen natte voeten of poten zou krijgen en het kinderlijke zou behouden.