materiaal: graniet

hoogte: 57cm
breedte:
diepte:

verzameling
Tags: ,

foto otter horizontaal
foto otter
tekening otter

Proza-Poëzie

Een collega beeldhouwer bood me enkele blokken marmer aan in verschillende soorten; rose, witte, zwarte marmer en een grijs blok. Allemaal blokjes van om en bij de 80kg. De grijze had een grootte van 57 cm x 36 cm x 26 cm. Hij mankeerde wel over de hele lengte een groot stuk waar ik extra rekening zou moeten mee houden. Thuisgekomen stapelde ik 8 van de 9 blokken weg en stopte. Het begon oude wijven te regenen. Zelfs met mijn prachtig geklede hoed, moest ik lijdzaam toezien hoe nog die ene grijze blok marmer mij parten speelde.
Terwijl ik in het deurgat van mijn atelier, uit de pletsende regen, stond te staren, openbaarde de steen vlak voor mijn ogen zijn ingekapselde schat.

Zienderogen, ontwaarde ik in zijn ziel dāt, wat ik er er mee moest aanvangen. De syeniet of half granietachtige steen gaf zijn vaal grijs, met lichtbruine lintslierten er doorheen, vrij. Het geheel oogde nu plots wel de moeite om er iets edels uit te halen. Het had het effect; of er een mensenreus met vuile slijkhanden de steen had gebruikt als handdoek. Net zoals een vogel een tak gebruikt om zijn bek proper te wrijven na een heerlijke smulpartij. De vuil-beschimmelde-melkchocolade strepen, schenen nu duidelijk door de felle regen die er op plensde. Slijk, slijk, slijk…

En plots zat ik achteraan, als 5 jarige in de tuin onder een grote notenboom in de schaduw. Het was zomer. Met een schepje van mijn nichtjes en buren, had ik een putje gegraven met daarin water en veel, veel, slijk… Ik stelde mij de zee voor, maar nu in dat klein putteke. Ik had de bruisende zee nog nooit gezien, maar van horen zeggen dacht ik, dat ik het wist. Het bruine Kempische zand, vermengd met waspoeder en met heel veel water zou opschuimen en zo de reuze golven voorstellen. Ik heb het zeefestijn maar tot een vuile slijkboel kunnen brengen. Het water liep toch altijd naar beneden, recht in het midden van het putteke en weg was het. Ik werd het beu, emmertjes water aan te sleuren. Mijn nichtjes geloofden er ook niet meer in.

Oei! Vuile handen, waaraan afgeveegd? Een grijze betonnen haan, achteraan in de tuin, boven op een sokkel heeft dan maar als slachtoffer dienst gedaan.
Moeder die steeds voor het achterraam zat te naaien, zag plots haar pronkstuk van een haan van kleur veranderen. Onmiddellijk moest ik me verantwoorden. “Waarom had ik het waspoeder “Witter dan wit” meegeritst en had ik toch zo’n vuile handen en gezicht?” Ik werd bestempeld als een vuile otter, een slijkotter.

Intussen was de regen geminderd en vlak voor mij, op de aanhangwagen, zaten 5 zotte otters met hun kleine guitige oogjes, me aan te staren alsof ze me duidelijk wilden maken dat ik moest verder werken. Otters zijn watermarters, hun karakter is speels, levendig en zeer beweeglijk. Het zijn echte acrobaten bij het zwemmen. Dank zij hun aanpassing aan het water als levensmilieu, zijn visotters over de gehele Euro-Aziatische ruimte verspreid.

De brede kop is boven- en onderaan afgeplat en klieft als een scherpe boeg door het water. De neusgaten en ogen staan hoog op de kop en kunnen boven water gebracht worden, terwijl de rest van het spoelvormige, iets afgeplatte lichaam onder water blijft. De neusgaten en oren, kunnen met huidplooien worden gesloten. De lange ronde staart is krachtig en gespierd, aan de wortel verdikt en iets horizontaal afgeplat. Hij dient als roer en stuurorgaan. De dichte, korte vacht is goed ingesmeerd met vet en volkomen waterdicht. De otter beweegt zich gemakkelijk en vlug buiten het water en steekt daarbij op typische wijze zijn rug omhoog. Hij berokkent geen noemenswaardige schade aan de visrijkdom. De vissers en hengelaars hebben dus geen enkele reden om boos te zijn op dit prachtige dier.

Ik leg de steen horizontaal, met de smalle kant bovenaan. Hierdoor kan ik het ontbrekende stuk ontwijken, want juist daarvoor komt de opwaartse beweging van opgetrokken rug en daarachter de neerwaartse dikke staart. (Zie fig.1) Om zoveel mogelijk materiaal te benutten, komt het uiteinde van de staart vlak tegen het achterlijf te liggen en voorkom ik nutteloze gaten in de steen. Het lichtjes schuine hoofd kan in alle pracht weergegeven worden. Hij tuurt nog eventjes over het spiegelgladde water en wacht op een speelkameraad om dan vliegensvlug een acrobatische duik ten beste te geven.

De tweede otter (zie fig.2) of dezelfde steen wordt nu rechtop gezet, terwijl het ontbrekende stuk steen nu links bovenaan zit. Een rechtopzittende otter. De speelkameraad van het vorige exemplaar kijkt eveneens uit om te rollebollen.
Door deze houding komt er een gapende opening, door het nutteloos wegkappen van steen, vlak onder de voorpoten en boven de achterpoten. Ik probeer steeds zoveel mogelijk steen te laten zitten zodat het begrip steen nog steeds aanwezig is.

Deze ruimte kan nuttig ingevuld worden door een babyotter op moeders achterpoten te leggen, goed aangedrukt tegen moeder otter. Deze heeft net een reuze karper verschalkt en kijkt vlug schuinsweg, want het ontbrekende stuk steen zit vlak achter haar oren, of er geen kaper op de kust is. Het moeder-jager instinct spreekt voor zich.

Een derde mogelijkheid zou zijn; de steen eveneens rechtop, maar met het ontbrekende stuk onderaan, links of rechts. Nu zijn het twee otters, steunend op hun achterpoten en dikke staarten als extra steun.
De een zijn staart onderaan plat krullend en de ander zijn staart een beetje onder het lichaam van de uitdager. Buik en voorpoten dicht tegen mekaar aangedrukt, maar de koppen zover mogelijk uit mekaar. De ene zijn kop steekt recht de hoogte in alsof hij een uithaal van de ander tracht te ontwijken. Inderdaad, ze zijn een robbertje aan ’t spelen of uitvechten. Ofwel is het een koppeltje dat mekaar net heeft opgemerkt aan de oever van het meer. Dan zijn de koppen op gelijke hoogte gebracht en doen ze “neuze, neuze”.

Deze drie toepassingen worden bij mekaar gebracht en zo ontstaat de familie otter. Maar er is maar één steen. Daarom is het een extra uitdaging om als vormgever te beslissen wie of wat er uit het steen geworden stuk aarde te voorschijn mag komen. Het zou doodzonde zijn om zo’n duurzaam materiaal ter beschikking te stellen aan conceptuele, abstracte, of minimal-art kunstenaars. Zij doen maar wat en de kunde is ver te zoeken, of het zijn dan protters!
Waar otterzot al toe kan leiden!

Jef Van Leeuw