Proza-Poëzie

Een natuur- en dierenbewonderaar vroeg me om een dier met stijl uit te houwen uit een ruw blok marmer. De verschillende soorten marmer, wit, geel, rood, groen kwamen aan bod als bespreking, maar het gepaste dier kwam niet te voorschijn. Een gewenste metamorfose kwam er niet uit. Tot een wit gevlekt blok onze aandacht trok. Hierin zat de perfecte rustig kijkende kerk- of sneeuwuil, pas neergestreken na een nachtelijke jacht met prooi. Dit symboliseerde perfect de opdracht die hij wilde als verrassing voor zijn 50-jarige vrouw, als dankbaarheid voor de toewijding die ze jarenlang en nog steeds koesterde voor hem en voor haar kinderen. Vermits ze graag leest, zou de symbolische uil echt tot zijn recht komen. Maar de jarenlange huis- en nestwarmte die ze steeds aan de dag legde, is hier weinig van toepassing. De uil is hier maar enkele weken mee begaan en dan dienen de jongen hun plan te trekken. Zelfs het mannetje van de uil vervult tijdens de opbouw van het kroost zijn vaderlijke plicht. Van een solitair beschermend gedrag is hier geen sprake.

Eigenlijk zou hij een dier willen, dat gedurende jaren enkel begaan is met haar jongen, terwijl de aanwezigheid van het mannetjesdier enkel gewenst is om het terrein te beschermen. Plots trok een geel-bruine marmer onze aandacht. Onmiddellijk voelde ik een verborgen leeuwenfiguur in het blok zitten. Voor de opdrachtgever was dit thema ideaal, maar dan wel natuurgetrouw weer te geven.

Dit soort marmer – romano antico met veel onyx materiaal er in verwerkt – leent zich niet om gedetailleerd te werk gaan. Het perfecte blok werd dan bij een steenkapperbedrijf aangekocht : 70 cm x 120 cm x130 mm. Massangis jaune met enkele verborgen fossielen. Te vergelijken met de hardheid van arduin maar duurzamer dan marmer.

Uiteindelijk zou het een leeuwin-moeder worden in al haar glorie, al jagend en juist v??r de actie.

De leeuw is na de tijger de grootste van de katten van de familie Felidae. Het is één van de vijf kattensoorten die kunnen brullen. Ze zijn stevig en wat gedrongen gebouwd. Levend op open vlakten hebben ze geen behoefte aan een lang lichaam om geruisloos door zware dekking te kunnen glijden. De voorpoten zijn enorm krachtig; een leeuw kan met één klap van zijn voorpoten een zebra de nek breken.

Een leeuwin met welpen bestrijkt een territorium van 20 à 30 km², terwijl het mannetje, de zwerver, 140 km² nodig heeft plus enkele leeuwinnen. Met luid gebrul, als heerschap, zaait hij paniek in zijn territorium onder de prooidieren. Deze slagen op de vlucht en lopen daar naartoe waar de leeuwinnen op de loer liggen.

De leeuwin echter is de actiefste, intelligentste, superieure partner, niet alleen op de jacht maar in het gehele leven van de leeuw. Baas over het mannetje, ondanks zijn indrukwekkend voorkomen met zijn imposante manen. Het mannetje is eigenlijk een pantoffelheld. Manen dienen om slagen van de leeuwin op te vangen. Enkel als hij de jongen te verdedigen heeft, zijn nazaten, valt hij aan. Dan pas is hij agressiever.

De echte jagers zijn de leeuwinnen. Ze achtervolgen en doden de prooi, terwijl de vadsige mannetjes meestal te voorschijn komen om hun buikje te vullen als het karweitje opgeknapt is. Hij geeft het wijfje dan op een weinig vorstelijke wijze zo’n geweldige klap dat ze ervan duizelt, waarop de “koning” met de prooi verdwijnt. Het vreten van krengen is beslist geen gewoonte, de koning van het dierenrijk waardig.

Al deze ingrediënten samengebundeld in deze harde steen. (zie figuren)

Al sluipend, zich verbergend, laag aangedrukt met het bovenlichaam tegen een stenen heuvel en de oren plat in de nek. De haren zeer strak tegen het lichaam om zich zo klein mogelijk te tonen? De kop, lichtjes schuin en rustend op de linker voorpoot (om de symmetrie te doorbreken); de rechtervoorpoot breed opengesperd om zich bliksemsnel op te richten.. Beide achterpoten staan stevig op de stenen rots ingeplant, klaar om vanuit de startblokken met het achterlichaam lichtjes opgetild, de ultieme sprint aan te vatten, terwijl de staart licht welvend naar onderen toe de rots lichtjes streelt. Maar dan, … als een explosie schiet ze vanuit haar schuilplaats en met de snelheid van een bliksemschicht naar haar prooi toe.

Deze houding stelt de leeuwin voor in alle sierlijkheid en kracht juist vóór de actie.

Bij het herbekijken beleef je steeds deze spanning, wat eigenlijk de “spirit” is in het beeld. De illusie van een beweging.

Dit alles,deze houding plus aanval, is nodig om haar jongen te voeden en hen te verdedigen, soms met de dood als gevolg; en; ze beschermt hen tot ze 1,5 à 2 jaar oud zijn, tot ze onafhankelijk zijn en voor zichzelf kunnen zorgen. Pas als ze 3 à 4 jaar oud zijn, worden ze als volwassen beschouwd.

Deze brok energie gevat in een ruwe harde steen.

Jef Van Leeuw